De loonheffing bijzonder tarief is het belastingpercentage wat wordt toegepast op eenmalige verloningen. Hierbij kan je onder andere denken aan het vakantiegeld, overwerk, 13de maand, een bonus, eenmalige uitkeringen en de uitbetaling van verlofdagen. Voor deze beloningen gelden andere tarieven voor de belastingen dan over het reguliere salaris. Het gevolg hiervan is dat €2000 vakantiegeld niet hetzelfde netto oplevert als €2000 van het reguliere salaris. In principe wordt dit percentage één keer per jaar vastgesteld, op basis van het jaarinkomen van het vorige jaar.
Voor de tabellen voor bijzondere beloningen heb je een jaarloon nodig. Je baseert dit jaarloon op het loon uit kolom 14, het loon voor loonheffing van de loonstaat of het jaarloon dat op de jaaropgave staat.
Er zijn 3 situaties mogelijk (bron: Belastingdienst):
Hoe lees je deze tabel?
Eerst moet je bepalen of de medewerker jonger of ouder is dan de AOW leeftijd; laten we ervan uitgaan dat deze jonger is dan de AOW leeftijd, dan hebben we te maken met de eerste 4 kolommen. Je controleert vervolgens de medewerker gebruik maakt van de loonheffingskorting. Bij de meeste medewerkers wordt loonheffingskorting toegepast, behalve als zij meerdere banen hebben. Er wordt geadviseerd om slechts bij één werkgever de loonheffingskorting toe te passen.
Wanneer er géén loonheffingskorting wordt toegepast zijn er in 2025 3 tarieven:
- 35,82% bij een inkomen tot 38.441 euro;
- 37,48% bij een inkomen van 38.442 euro tot 76,817 euro;
- 49,50% vanaf 76,818 euro
Dit is simpel en recht toe recht aan.
Wordt er wel heffingskorting toegepast dan moeten we de verrekening van de verrekeningspercentages gaan toepassen. Bij het standaard tarief wordt het percentage uit de 4e kolom opgeteld of afgetrokken. Dit leidt tot veel verwarring, echter helaas, zo zit de Nederlandse loonbelasting in elkaar.
- Tot een inkomen van 11.049 euro is het bijzonder tarief 0%
- Bij een inkomen tussen de 11.050 en 13.143 euro is het bijzonder tarief 35,82 - 8,05 = 27,77%
- Bij een inkomen tussen de 13.144 en 24.341 euro is het bijzonder tarief 35,82 - 30,03 = 5,79%
- Bij een inkomen tussen de 24.342 en 28.406 euro is het bijzonder tarief 35,82 - 2,26 = 33,56%
- Bij een inkomen tussen de 28.407,- en 38.441,- is het bijzonder tarief 35,82 + 4,08 = 39,90%
- Bij een inkomen tussen de € 38.442,- en € 43.071,- is het bijzonder tarief 37,48 + 4,08 = 41,56%
- Bij een inkomen tussen de € 43.072,- en € 76.817,- is het bijzonder tarief 37,48 + 12,85 = 50,33%
- Bij een inkomen tussen de 76.818 en 139.404 euro is het bijzonder tarief 49,50 + 6,51 = 56,01%
- Bij een inkomen van 139.405 euro of hoger is het percentage 49,50%
Er zijn 8 verschillende tarieven Belasting voor medewerkers die in Nederland wonen. Woont de werknemer niet in Nederland maar in Duitsland, dan gelden er andere tarieven. Al deze tarieven zijn geïntroduceerd om te voorkomen dat medewerkers bij hun aangifte inkomstenbelasting veel geld terug krijgen of moeten bij betalen. Is het uit te leggen aan de medewerkers? Nee of zeer moeilijk.
Wij raden je dan ook aan om naar de tabel bijzondere verloningen te verwijzen. Toch kan je je medewerkers (wel een beetje) van dienst zijn. Er is namelijk een groep die het risico loopt een aanslag inkomstenbelasting te krijgen. Als je goed naar de bovenstaande tabel kijkt, is het verschil in inkomen tussen 5,79% betalen en 33,65% bijzonder tarief betalen maar 1 euro op jaarbasis. Heeft de werknemer vorig jaar €24.000 verdiend, dan heeft hij/zij een bijzonder tarief van 5,79%. Echter, de medewerker zit dan dicht tegen de grens. Wanneer hij/zij meer gaat verdienen of vakantiedagen laat uitbetalen, dan gaat hij/zij snel over die grens heen. We raden je dan aan om het percentage te verhogen naar 33,56%. De medewerker kan via de opgave inkomstenbelasting altijd dit geld terugvragen, maar wordt niet verrast met een naheffing in april van het volgende jaar.