Het fietsen naar het werk wordt steeds populairder, niet alleen vanwege de voordelen voor de gezondheid en het milieu, maar ook door de aantrekkelijke regelingen die werkgevers aanbieden. In Nederland zijn er verschillende opties om een fiets via de werkgever te krijgen, zoals het fietsplan, een fiets van de zaak, en de leasefiets. In dit artikel leggen we uit wat deze regelingen inhouden en wat de belangrijkste verschillen zijn.

Een fiets van de zaak is een fiets die door de werkgever beschikbaar wordt gesteld. Werknemers mogen deze fiets zowel zakelijk als privé gebruiken. Er zijn verschillende manieren waarop de fiets van de zaak kan worden aangeboden:

De werknemer koopt de fiets zelf en de werkgever vergoedt (een deel van) de kosten. Deze vergoeding kan belastingvrij zijn als je deze binnen de vrije ruimte van de WKR toewijst. Dit wordt ook wel het Fietsplan genoemd. 

1. De werknemer kan zelf een fiets kiezen die past bij zijn of haar wensen en krijgt een vergoeding van de werkgever.
   
2. De vergoeding kan belastingvrij worden gegeven, mits deze binnen de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) valt. Dit kan voor de werknemer een flinke kostenbesparing opleveren.
   
3. De werknemer kan in ruil voor de fiets een deel van het salaris inleveren. Deze bruto-netto uitruil zorgt ervoor dat het SV-loon lager wordt, waardoor de werknemer minder belasting betaalt en de werkgever minder sociale lasten betaalt. 
4. De fiets wordt eigendom van de werknemer, wat betekent dat de werknemer volledige controle heeft over het gebruik en onderhoud van de fiets.
   
5. De werknemer kan gebruikmaken van een onbelaste reiskostenvergoeding tot maximaal € 0,23 per kilometer voor zakelijke ritten.
   

1. Als de vrije ruimte wordt overschreden, betaalt de werkgever 80% eindheffing.
   

De werkgever koopt de fiets en geeft deze aan de werknemer. De fiets wordt dan eigendom van de werknemer. De waarde van de fiets wordt gezien als loon, maar kan belastingvrij worden gegeven als het binnen de WKR valt. Dit wordt ook wel het Fietsplan genoemd. 

1. De werknemer hoeft zelf niet te investeren in de fiets; de werkgever regelt de aanschaf.
   
2. Zodra de fiets is verstrekt, wordt deze eigendom van de werknemer, wat betekent dat hij of zij vrij is in het gebruik van de fiets.
   
3. De werknemer kan in ruil voor de fiets een deel van het salaris inleveren. Deze bruto-netto uitruil zorgt ervoor dat het SV-loon lager wordt, waardoor de werknemer minder belasting betaalt en de werkgever minder sociale lasten betaalt. 
4. De werknemer ontvangt de fiets belastingvrij zolang het binnen de vrije ruimte van de WKR valt.
   
5. De werknemer kan, net als bij de vergoeding, onbelaste kilometervergoeding krijgen voor zakelijke kilometers (maximaal € 0,23 per kilometer).
   

• Bij overschrijding van de vrije ruimte betaalt de werkgever een eindheffing van 80%.
  

De werkgever stelt de fiets ter beschikking, maar de fiets blijft eigendom van het bedrijf. De werknemer betaalt een bijtelling van 7% van de waarde van de fiets voor privégebruik. Je kunt eventueel een eigen bijdrage afspreken van de werknemer. Deze mag nooit meer zijn dan de bijtelling. 

1. De werknemer hoeft de fiets niet zelf te kopen.
   
2. De fiets blijft eigendom van de werkgever, dus als de werknemer uit dienst gaat, hoeft deze zich geen zorgen te maken over de restwaarde of verkoop van de fiets.

1. De werknemer betaalt bijtelling voor privégebruik (7% van de cataloguswaarde van de fiets).
   
2. Geen onbelaste kilometervergoeding mogelijk voor zakelijke ritten, omdat de fiets door de werkgever wordt verstrekt.
   
3. Onderhoudt kosten zijn zijn voor de werkgever. 

Een leasefiets lijkt op de fiets van de zaak, maar in dit geval wordt de fiets geleased via een leasemaatschappij door de werkgever. De fiets blijft eigendom van de leasemaatschappij, en de werknemer betaalt een bijtelling van 7% van de catalogusprijs voor privégebruik. Onderhoud en verzekering zijn vaak inbegrepen in de leaseprijs. Je kunt eventueel een eigen bijdrage afspreken van de werknemer. Deze mag nooit meer zijn dan de bijtelling. 

1. De werknemer hoeft de fiets niet zelf te kopen.
   
2. De fiets kan zonder directe aanschafkosten worden gebruikt, en vaak zijn onderhoud en verzekering inbegrepen.

1. De fiets blijft eigendom van de leasemaatschappij en moet worden ingeleverd na de leaseperiode.
   
2. Net als bij de ter beschikking gestelde fiets is er geen onbelaste kilometervergoeding mogelijk voor zakelijke ritten.
   

Soms wil een werknemer de fiets overnemen, bijvoorbeeld bij het einde van het dienstverband. De waarde van de fiets daalt jaarlijks met ongeveer 20%. Na vijf jaar is de fiets vrijwel afgeschreven. Als de werknemer de fiets eerder wil overnemen, wordt de resterende waarde berekend.

Het vergoeden of verstrekken van accessoires zoals fietssloten, regenkleding, of onderhoudsbeurten kan belastingvrij worden geregeld via de WKR. Als de accessoires onderdeel zijn van de fiets, zoals een extra accu, worden deze meegenomen in de bijtelling voor privégebruik.